SpoorPro: Inspecteur-generaal ILT Jan van den Bos: ‘veiligheid is niet vrijblijvend’

Inspecteur-generaal Jan van den Bos van de Inspectie leefomgeving en Transport (ILT) houdt er van wanneer mensen zelf hun verantwoordelijkheid nemen. “Veiligheid is niet vrijblijvend en dat begint zo hoog mogelijk in de organisatie.”

Afgelopen week ondertekenden 25 bedrijven uit de spoorsector de European Railway Safety Culture Declaration. Een door het spooragentschap van de Europese Unie (ERA) opgesteld document waarin bedrijven beloven zich te zullen inspannen voor een cultuur in hun bedrijf waarin iedereen zich bewust is van belang van veiligheid. Ondertekenen van het document is vrijwillig, maar vrijblijvend is het allerminst, benadrukt Van den Bos. “Niet tekenen zou eigenlijk al aanleiding moeten zijn voor een inspectie”, zegt hij gekscherend.

“De verklaring moet een aansporing zijn voor het versterken van de veiligheidscultuur binnen je bedrijf. Zo’n cultuur is iets anders dan je houden aan de regels. Want dat werken volgens de regels automatisch betekent dat het veilig is, is een misvatting. Het gaat ook om informele regels. Dat je kritisch bent op je eigen manier van werken en die van je collega’s. Dat je er open over bent en elkaar er op aanspreekt wanneer er onveilige situaties dreigen te ontstaan. Dat is beter dan dat je er door de ILT op wordt aangesproken, of erger nog wanneer er ongelukken gebeuren. ‘Maak mijn werk overbodig’, is mijn oproep aan de spoorbranche.”

Relatief veilig

Het spoor in Nederland is volgens Van den Bos relatief veilig, “maar wanneer er iets gebeurt is de impact erg groot. 40 jaar geleden hadden we voor het laatst een grote treinramp in Nederland waarbij acht slachtoffers vielen. De laatste keer dat er een slachtoffer viel bij treinen die op elkaar botsten was in 2012. In de tussentijd is het niet stiller geworden op het spoor en dat wordt het het de komende jaren ook zeker niet. Er wordt meer in geïnvesteerd en meer aan gewerkt. We zien nu al een toename van het aantal incidenten en het aantal gevaarlijke situaties dat wordt gemeld of dat wij zelf signaleren. Bij meer drukte op het spoor nemen de risico’s toe. Daarom moet de spoorsector leren van eigen fouten én die van andere spoorbedrijven. Dat is een belangrijk onderdeel van een goede veiligheidscultuur.”

Tekst gaat verder onder de foto.

Een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport, bron: ILT
Bron: ILT

Als voorbeelden noemt Van den Bos de omgang met gevaarlijke stoffen in het Rotterdamse havengebied en het verscherpte toezicht op rangeerterrein Kijfhoek naar aanleiding van een serie incidenten vorig jaar. ‘Moet dat nou?’ zeiden ze op Kijfhoek, maar ‘hehe eindelijk!’, was de reactie van de lokale politiek en de omwonenden. We zijn betrokken bij de sector, maar we dienen ook een breder belang: de veiligheid in ons land. ProRail gaf gaandeweg aan blij te zijn met het extra toezicht, omdat het ze helpt de veiligheidscultuur te verbeteren. Het rapport over de vakbekwaamheid op het spoor dat we uitbrachten vonden sommige vervoerders misschien wat aan de kritische kant. Wellicht is het niet makkelijk om kritiek te ontvangen. Maar de ILT brengt haar conclusies naar buiten zodat er verbeteringen kunnen worden doorgevoerd op plekken waar nog een gebrek aan besef van veiligheid bestaat. Deze maand verscheen ons meerjarenplan waarin staat omschreven dat de ILT extra aandacht geeft aan het spoor. We zullen niet schromen om op te treden wanneer dat nodig blijkt te zijn.”

Spiegel

“Laat de verklaring van de ERA geen papieren actie zijn. Ik ben er blij mee dat er zo veel mensen naar onze bijeenkomst zijn gekomen en de verklaring willen tekenen. Er zijn ongeveer 38 bedrijven actief op spoor in Nederland, er waren 35 bedrijven vertegenwoordigd op de sectordag en daarvan tekenden 25 de verklaring, waarvan een aannemer. Een aantal bedrijven had de verklaring al eerder getekend. In alle gevallen gaat het om de mensen die hoog in de organisatie zitten bij deze bedrijven. Van hieruit zal de veiligheidscultuur moeten worden vormgegeven.”

Het overbrengen van deze cultuur aan de medewerkers is aan de bedrijven zelf, vindt Van den Bos. “Wanneer een vereniging van machinisten ons vraagt om een presentatie te komen geven doen we dat natuurlijk met alle plezier. Maar het is aan de bedrijven zelf om het op te pakken. Het zou niet goed zijn als wij het aan ze moeten voorkauwen. Mijn advies is dan ook om het leren van fouten niet weg te managen en niet te werken vanuit de controlevraag. Maar meer te vragen aan je medewerkers waar ze tegenaan lopen, ze een spiegel voor te houden. Ik denk dat we over een jaar moeten kijken hoe de organisaties die hier getekend hebben aan de slag zijn gegaan met de veiligheidscultuur in hun bedrijf. Misschien oppert er een zelf wel het idee om iets te organiseren. Het delen van kennis en ervaringen is immers een belangrijk onderdeel van een goede veiligheidscultuur.”

Europese verschillen

De European Railway Safety Culture Declaration is een initiatief van de ERA, het spooragentschap van de Europese Unie. De aanleiding voor de verklaring is het overzicht van spoorincidenten dat de ERA tweejaarlijks opstelt. “Het veiligheidsniveau is sinds het eerste overzicht flink gestegen, maar over de laatste drie jaar vlakt de lijn af. Meer technologie blijkt niet te zorgen voor een grotere daling. We verwachten dat meer aandacht voor veiligheid binnen organisaties dat wel gaat doen”, legt ERA-directeur Josef Doppelbauer uit. Nederland behoort tot de top 5 van landen met het minste aantal spoorincidenten/ongevallen. “Het Verenigd Koninkrijk staat nu aan de top, maar vijftien jaar gelden was het een van de slechts presterende landen wat spoorveiligheid betreft. De Britten investeerden sindsdien niet zozeer in technologie, maar vooral in het scheppen van een cultuur waarin veiligheid belangrijk is.“

Tekst gaat verder onder de foto.

Hoofdkantoor ERA in Valanciennes, Bron: ERA

ERA-hoofdkantoor in Valenciennes, Frankrijk.

Een belangrijk onderdeel van de verklaring is het delen van informatie over incidenten uit het verleden. “Common occurrence reporting kan er voor zorgen dat het ene land leert van de fouten van een ander land. Vooral als je ziet dat er een factor 200 verschil zit tussen de landen bovenaan de ranglijst en degenen die onderaan staan. Er is ook in Europa een aantal landen zoals in Roemenië en Bulgarije nog veel werk te verzetten om de veiligheid te verbeteren. Het zo veel mogelijk harmoniseren van systemen is ook een belangrijk onderdeel. Zo heeft een rood sein verschillende betekenissen in Europese landen. Rood betekent ‘stoppen’ in het ene land en ‘wees voorzichtig’ in het andere, dat is een belangrijk onderscheid.”

Lees ook:

Bron: SpoorPro