Spoorbeheerder ProRail noteerde in de eerste helft van dit jaar jaar betere prestaties dan in 2018. Zo nam onder meer het aantal impactvolle verstoringen van de treindienst af van 331 in 2018 naar 212 keer in de eerste zes maanden van dit jaar. Bij zeven van de acht prestatie-indicatoren scoorde ProRail boven de streefwaarden. Dit blijkt uit de onlangs gepubliceerde halfjaarrapportage van het bedrijf.
Ook de treinpunctualiteit, een gedeelde verantwoordelijkheid met NS, nam toe van 92,1 in 2018 naar 92,4 procent dit jaar. De betere prestaties vertaalden zich ook in een betere reputatie bij de reizigers. Hier scoorde ProRail 69 punten tegenover 63 een jaar eerder.
De reizigerspunctualiteit bedroeg 92,9 procent, tegenover 93,1 procent vorig jaar. Bij de HSL Zuid is het effect van de verholpen softwarestoringen nog niet terug te zien in de punctualiteit. Deze daalde van 84,8 procent vorig jaar naar 82,6 procent in de eerste zes maanden van dit jaar. Volgens ProRail zijn die cijfers van het tweede kwartaal wel beter dan die in het eerste kwartaal omdat toen de softwarebug in de Traxx-locomotieven die op de HSL rijden, verholpen was.
Ontevreden klanten
Bij het goederenvervoer scoort ProRail goed op de KPI Transitotijd (3,5 procent gehaald, was 3,8 procent in 2018). Echter de klanttevredenheid daalt wel. Zo zijn er klachten over storingen in havengebieden en over inconsistente service vanuit ad hoc capaciteitsaanvragen en verkeersleiding. Volgens ProRail is er actie ondernomen om de service aan goederenvervoerders te verbeteren. Zo zijn de OAW3-overschrijdingen in april in de Rotterdamse haven op volgorde van urgentie teruggebracht tot normniveau. Daarnaast is er een plan opgesteld om de beschikbaarheid van de havenspoorlijnen te verhogen door samen met goederenvervoerders knelpunten op te lossen. Verder heeft ProRail de erkenningsregeling aangepast om snellere toetreding van leveranciers tot de spoormarkt mogelijk te maken.
Andere knelpunten die ProRail noemt in het rapport zijn de Tractie- en energievoorziening (TEV) op een aantal plaatsen in Nederland en de bodemstabiliteit. Met name bij Culemborg zijn er problemen met bodemverzakkingen die voor hinder op het spoor zorgen. Als tijdelijke maatregel is op het traject daar nu een snelheidsbeperking ingesteld.
Meer STS-Passages
Hoewel het punt veiligheid geen onderdeel uitmaakt van de KPI ’s word het wel uitdrukkelijk genoemd in de rapportage. Dit vooral omdat het aantal stop-tonend seinpassages (STS-passages) inmiddels een zorgwekkend niveau heeft bereikt. In de eerste helft van dit jaar vonden er 73 STS-passages plaats, waarvan 19 STS-passages met gevaarpunt bereikt. In 2018 waren dat er respectievelijk 62 en 14. ” We gaan daarom onverminderd door met het STS Verbeterprogramma”, schrijft staatsecretaris van IenW, Stientje van Veldhoven in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer.
In dezelfde brief maakt ze ook melding van een investering van 300 miljoen euro voor de verdubbeling van het spoor tussen Rijswijk en Delft-Zuid. Dit als onderdeel van het Programma Hoog Frequent Spoor. Door de verdubbeling kunnen er straks acht intercity’s en zes Sprinters per uur per richting rijden tussen Den Haag en Rotterdam, een capaciteitstoename van 40 procent.
NS krijgt een zeven
Ook NS leverde zijn halfjaarrapport in bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De vervoerder blijkt op alle twaalf KPI’s boven de bodemwaarde te scoren en op tien indicatoren ook boven de streefwaarden voor 2019. Zo geeft 88 procent van de reizigers NS het cijfer 7 of hoger, is de kans op een zitplaats in de spits op het hoofdrailnet 95 procent en op de HSL Zuid 96,9 procent. In de eerste helft van 2018 waren deze cijfers resp. 84 procent, 95,5 procent en 93,7 procent.
Lees ook:
Bron: SpoorPro