De komst van een nieuwe nachttrein op het traject Amsterdam – Wenen is afhankelijk van een overheidsbijdrage van Nederlandse kant. Een rendabele exploitatie kan niet uit zonder staatssteun, vertelt Hessel Koster namens NS International.
Andreas Matthä, topman van het Oostenrijkse spoorbedrijf ÖBB, lliet afgelopen weekend weten dat er met grote haast wordt gewerkt aan de komst van een NightJet tussen Wenen en Brussel vanaf 2020 en tussen Wenen en Amsterdam vanaf 2021.
Maar dat is wel afhankelijk van politiek draagvlak aan Nederlandse kant, zegt NS-woordvoerder Koster. “NS en de ÖBB hebben inmiddels samen een concreet plan geschreven om een verbinding op te starten, die elke nacht rijdt”, vertelt hij.
“Een rendabele exploitatie vraagt wel om een goede businesscase. We hebben het doorgerekend: het kan financieel niet uit zonder subsidie op het Nederlandse deel. We hoeven echt geen winst te maken, maar het moet wel uitkunnen.” Hoe hoog een Nederlandse Rijksbijdrage zou moeten zijn, kan Koster nog niet zeggen. “De komende maanden zal de staatssecretaris een besluit nemen en de Tweede Kamer informeren.”
Lees ook: NS en ÖBB flirten over nachttrein A’dam
Animo
Koster verwacht dat onder reizigers voldoende animo is voor een nachtelijke verbinding: steeds meer reizigers verkiezen de internationale trein boven het vliegtuig. “We merken al drie zomers op rij een stijging in de ticketverkoop: in 2019 was dat gemiddeld 13 procent.”
Ook bleek uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) dat acht Europese steden potentie hebben voor een nachtelijke verbinding, waaronder Wenen. Koster ziet de aansluiting op het nachtnet dan ook wel zitten. “Het is dus nog even wachten op witte rook.”
Bron: OVmagazine.nl